“In de laatste decennia zijn er ontwikkelingen dat kerk en kunst toenadering tot elkaar zoeken. Het is mij opgevallen dat hierbij vooral sprake is van kunst die autonoom wil zijn ten aanzien van kerk en geloof. Op zichzelf een prima uitgangspunt maar vaak wordt deze kunst als vervreemdend ervaren in kerken, omdat bij veel kunst vooral de nadruk ligt op het schokkerend effect.
Het schokkerend effect van kunst is slechts één dimensie van kunst. Op zichzelf niet onbelangrijk, maar het is de vraag of deze kunstuiting wel de meest geschikte is om toenadering tot de kerk te vinden. Kunst met een schokkerend effect kan zinvol zijn wanneer deze van tijdelijke aard is en aansluiting vindt bij thema’s die centraal staan op dat moment in de kerk. Wanneer het gaat om de aankoop van een kunstwerk van blijvende aard, pleit ik voor kunst met een bezinnend of meditatief karakter. Met klem benadruk ik dat deze vorm van kunst geen decoratie mag zijn, maar een autonome plaats in de kerk verdient.
In mijn eigen ervaring met het ontwerpen en maken van onder andere liturgische kleden (paramenten)en andere kunstwerken , heb ik gemerkt dat veel mensen in de kerk open staan voor vormen van kunst, waarbij ruimte is voor bezinning en meditatie. Opvallend is dat deze mensen te vinden zijn in alle geledingen van de kerk, en zeker de groep jongeren niet uitsluit.
Boeiend vind ik het om te zien welke rol kunst kan hebben in het beter verstaan van Bijbel en traditie, liturgie en liturgisch jaar. Mijns inziens is het nodig dat er in onze moderne samenleving meer dan ooit een vertaalslag gemaakt wordt tussen Bijbel, traditie, liturgie, liturgisch jaar en het dagelijks leven.”